Dit is een verhaaltje waarvoor ik op 12 oktober 2019 een eerste versie had geschreven, die ik in augustus van 2021 heb bijgewerkt, welke ik dan uiteindelijk vandaag, op 5 februari, met een enkele aanpassing publiceer.
Een nieuwe dag is aangebroken, of preciezer gezegd; in de semi-bewuste staat van mijn brein, lijkt het momenteel meer op ochtend dan op nacht; een goede ingeving, al zeg ik het zelf. Het duurt even tot mijn tragisch gepixelde beschouwing van de slaapkamer zich upgrade en ook mijn tolerantie voor licht is teruggekeerd. Vervolgens probeer ik ook mijn spieren tot focus te brengen met wat draaien en uitstrekken om me klaar te maken voor de enigszins complexe manoeuvre die het bed en de vloer van mij verwachten.
Eenmaal strompelend uit bed gekomen weet ik de gordijnen op te halen, en hiermee creëer ik als het ware een uitzicht op de winterwereld van fucking Narnia, met alle gevolgen van dien. Ik aanschouw een heuse Elfstedentocht aan bevroren water op de daken van de nabije schuren, en kleine ijspegels, alsof ter waarschuwing te dienen om me maar op afstand te houden, in veelvoud aanwezig op mijn slaapkamerraam. Deze sombere verschijning van een buitenwereld heeft mijn netvlies bereikt dankzij de enkele zonnestralen die de strijd met de wolken hebben weten te overwinnen. Zelfs de ochtend inluidende zangvogels zijn niet te vinden in dit hondenweer. Het grauwe uitzicht doet me realiseren dat het zelfs binnen niet meer dan 5 graden kan zijn, en ik merk dan ook dat mijn ondergoed daar niet bepaald veel bescherming tegen biedt.
Gelukkig is de thermostaat niet ver te zoeken, en met de toekomstige belofte van warmte aan de hand van een draai van de knop, verbetert mijn gemoedstoestand, alhoewel ik moeite heb met de drukkende moeheid die mijn hoofd tot haar bezit heeft gemaakt. Slonzend nader ik de badkamer en daarmee nadert de volgende routine. Allereerst pak ik uit een mengelmoes van tubes de 360 graden, iMax 5D witmaker tandpasta, ofzoiets dergelijks; zal vast wel goed zijn. De twee minuten lijken snel voorbij te gaan, wellicht kom dat mede door mijn methode van tellen. Afijn, mijn tanden voelen schoner aan, maar de akelige confrontatie met de zombie in de spiegel compenseert grotendeels voor dat pleziertje. De thermostaat leest inmiddels al 12 graden af, maar mijn lichaam is daar duidelijk nog niet tevreden mee.
Afijn, het is eindelijk tijd om te douchen. Dat zal een mens goed doen. Als naar design staat de draaiknop gereed om een dosis regenval te produceren volgens de temperatuur van mijn momenteel enigszins actieve lichaam, precies op 38 graden, om me tot leven te wekken alsof door een vitale bloedtransfusie. Zonder al teveel gedoe kleed ik me uit en positioneer ik mij om als door een priester gezegend te worden. Met gebogen lichaam, mijn kruin richting het goddelijke instrument, de Zonnegod zelve verwezenlijkt in roestvrij staal, draai ik de knop om.
God-ver-dom-me, KOUD WATER! Mijn slaperigheid overzag de voorkennis om het koude water in de leiding af te wachten! Maar welnee, dit is ongehoord, dit is onmogelijk… De onvermijdelijke vermoeidheid, ze verdwijnt… Als sneeuw voor de zon… In deze periode, niet meer dan 10 seconden, van pure zelf-verzorgde hel, van masochistische vergeetachtigheid, van, van… Van een ultieme adrenaline kick, voel ik me als herboren! Wauw. Wellicht is die Wim Hof nog niet zo gestoord als ik dacht.
Maar dan komt eindelijk het water als voorspeld, warm en comfortabel als het gezellige bubbelbad na een serie baantjes trekken, als een kom van oma’s tomatensoep met ballen na haar jaarlijkse kerstverhaal, als omhelsd worden door de mantel van Sint Maarten. Met dit arriveren van de opwarming van de aarde, voor zover mijn douchecabine daarmee in relatie staat, verdwijnt mijn euforische momentje van energieke Nirvana, en word ik eraan herinnerd dat s’ ochtends slaperig zijn en relaxt opstarten, zo slecht nog niet is.